Personenwagens, vrachtwagens en hun aanhangwagens
Belangrijkste uitzonderingen:
- Rupsvoertuigen
- Motorvoertuig met een maximum snelheid (door constructie) van ten hoogste 25 km/u.
Volgende voertuigen mogen gehomologeerd zijn:
- Voertuigen ontworpen en gebouwd om hoofdzakelijk te worden gebruikt op bouwplaatsen, in steengroeven, in havens of op luchthavens.
- Voertuigen ontworpen en gebouwd voor gebruik door strijdkrachten, de burgerbescherming, de brandweer en de ordehandhavingdiensten.
- Mobiele machines
Volledig overzicht is terug te vinden in artikel 2, punt 2 van 2007/46/EG
2- en 3-wielige voertuigen
Belangrijkste uitzonderingen:
- Maximum snelheid (door constructie) is ten hoogste 6 km/u.
- Voertuigen die door een voetganger worden meegevoerd.
- Voertuigen voor gebruik door lichamelijk gehandicapten.
- Voertuigen voor deelneming aan wedstrijden op de weg of als terreinvoertuig.
- Voertuigen voor landbouw of soortelijke doeleinden.
- Rijwielen met trapondersteuning voorzien van elektrische hulpmotor met nominaal continu vermogen van maximaal 250 Watt waarvan de aandrijfkracht onderbroken wordt bij een snelheid van 25 km/u.
- Een niet officiële term die vaak gebruikt wordt voor deze voertuigen is pedelec.
- Een rijwiel waarvan de hulpaandrijving ook zonder trapondersteuning vermogen levert of waarbij de hulpaandrijving vermogen blijft leveren bij snelheden boven 25 km/u dient wel degelijk gehomologeerd te worden.
Volledig overzicht is terug te vinden in artikel 1, punt 1 van 2002/24//EG
Voortbewegingstoestellen
Voortbewegingstoestellen worden niet gehomologeerd.
Landbouw- of bosbouwtrekker en aanhangwagens
Belangrijkste uitzonderingen:
- Machines ontworpen en gebouwd voor gebruik in de bosbouw zoals uitsleeptrekkers (skidders) en uitdraagtrekkers (forwarders).
- Bosbouwmachines gebouwd op een chassis van een grondverzetmachine.
- Verwisselbare machines die in het wegverkeer volledig worden gedragen.
Volledig overzicht is terug te vinden in artikel 1, punt 2 van 2003/37/EG.
Bron: FOD Mobiliteit en Verkeer